Kampongs
De Dani's leven in kleine leefgemeenschappen, gevormd door enkele
tientallen hutten, bijeen. De mannen wonen in de ronde hutten, de
vrouwen met hun kinderen en varkens in de langwerpige. De woningen
zijn van houten palen gemaakt, als dakbedekking gebruikt men
boomschors en gras. Deze dienen alleen als slaapplaats en schuilplek
tegen de regen. Verder leeft men buiten. De varkens en kippen zoeken
naar voer of een behaaglijk plekje in de zon tussen de spelende
kinderen. Een gemoedelijke en vreedzame aanblik. De tijd staat er
stil. Om de kampongs bevindt zich een omheining van gekloofd hout.
In vroeger dagen wellicht zinvol als bescherming tegen vijandelijke
clans. In ieder geval houdt de afrastering de varkens binnen de
kampongmuren. De varkens, het statussymbool van de Dani's,
bivakkeren 's nachts in de vrouwenhutten. De vrouwen en kinderen
slapen op de zolderverdieping. Het voedsel wordt in de hut bereid op
een vrij unieke wijze. Men maakt stenen in het vuur gloeiend heet en
smoort de in grote bladeren verpakte vlees en groenten tussen de
stenen gaar. Hoewel de meeste hutten een rookgat bezitten, een
ongezonde wijze. Een kampong heeft geen |
|
dorpshoofd. Degene die de meeste varkens bezit, heeft meestal
ook de grootste zeggenschap. Vele varkens geven recht op nog meer
geneugten. De mannen kunnen er echtgenoten mee kopen. Tien kleine
varkens of vijf grote is gemiddeld de prijs voor een vrouw. Hoe
kostbaar de dieren zijn, blijkt wel uit de gewoonte van de
Dani-vrouwen de biggen aan hun borst te laten zogen als de zeug
gestorven is.
Feest
Vroeger gingen de mannen op jacht en bevochten vijandelijke stammen.
Nu deze taken tot het verleden behoren hebben zij alleen de zorg
voor de bouw van de hutten en de omheiningen, naast het
irrigatiewerk op de tuinen. Verder hebben zij het druk met praten,
roken en kaarten in de mannenhut. In de ogen van de bezoeker hebben
de vrouwen een hard leven. Zij doen het zware werk op het land en
zorgen thuis voor de kinderen, oude mensen en de dieren. Zelfs als
de mannen en vrouwen gezamenlijk van de tuinen terugkeren, sjouwen
de vrouwen in de draagnetten de producten en gereedschappen. De man
is er superieur. Als hij dat werk zou overnemen, zou zijn aanzien
snel afnemen. De Dani-mannen komen echter goed in actie als er feest
gevierd moet worden. Fraaie |
|
hoofdtooien, bestaande uit banden, veren en vaak een opgezette
paradijsvogel, geven aan dat het een belangrijk ritueel betreft. De
mannen zorgen zelf voor de bereiding van het feestmaal, een varken.
Op de voor hen gebruikelijke wijze maken zij het vlees in het
centrum van de kampong gaar. De vrouwen bedienen zich van kippevlees.
Zij versieren zich met kettingen en armbanden van schelpjes, stukjes
been en gekleurde bonen. Urenlange dansen op monotoon tromgeroffel,
fluittonen en gezang brengen de stamleden tenslotte in extase. De
oplettende bezoeker zal opmerken, dat bij vele volwassenen een of
meer vingers tot aan het middelste kootje en/of een stuk van het oor
ontbreken. Als een familielid overlijdt, verwijdert men als teken
van rouw een van deze lichaamsdelen. Primitieve zeden en gewoonten
in een door de technologie nog praktisch onaangetast gebied. De
Dani-stammen verschillen vaak onderling van elkaar. Zo spreekt men
meestal een andere taal. Zij hebben echter met elkaar gemeen, dat de
hoge bergen en dichte oerwouden hen van al te grote invloeden van
buitenaf beschermen, waardoor een unieke cultuur de kans krijgt
behouden te blijven. |
|